In gesprek met Piet Goddaer over muziek, generatiekloven en het hele leven
Langs het kanaal Veurne-Nieuwpoort bevindt er zich een uitgestrekte oase van groen en rust. Het is het vlakke land waar Brel destijds zo gepassioneerd over zong. Te midden van die oase laat Piet Goddaer – artiestennaam: Ozark Henry – zijn muzikaal meesterschap de vrije loop. Zijn studio ligt aan het kanaal, in een verrassend gerenoveerde en lichtrijke kippenstal. Goddaer heeft er naar eigen zeggen het hele jaar door een vakantiegevoel. “Wie hier passeert, geniet met volle teugen van het leven, de omgeving en de schoonheid.”
Dat gevoel bekruipt ook mij wanneer ik op een gewone weekdag bij Piet Goddaer aanbel. Hij heeft in een drukke agenda met de glimlach tijd vrijgemaakt voor een gesprek over zijn werk, sociaal engagement en zijn kijk op het hele leven. Bij een kop koffie vraag ik hem op de man af hoe hij tegen de eindigheid van dat leven aankijkt.
Piet Goddaer: ”Wie niet stilstaat bij de eindigheid, denkt niet na over de essentie. Niet dat ik zo vaak met mijn eindigheid bezig ben, maar wel met de eindigheid op zich. Ik heb mijn beide ouders verloren op een verschillende manier. Mijn moeder stierf toen ik nog jong was. Ze was een echte vechter en heeft uiteindelijk veel langer geleefd dan de artsen na haar diagnose hadden voorspeld. Bij mijn vader was het anders. Hij heeft een geweldig leven gehad en kreeg op 86 te horen dat er een tumor was. Hij wou die niet meer laten behandelen en kreeg dus het label ‘terminaal’, terwijl hij verder in uitstekende gezondheid verkeerde.”
Dat heet aanvaarding van het lot. Had je het daar moeilijk mee?
Piet: “Mijn vader wou bovenal waardig sterven, met mijn steun. Hij had niet de ambitie om dezelfde weg te bewandelen als mijn moeder en ik heb die keuze gerespecteerd. Toch heb ik in deze fase van mijn leven net zoveel begrip voor zijn standpunt als dat van mijn moeder, die absoluut wou leven. Ik heb nu zelf kinderen, ik zou het vermoedelijk ook zo doen. Waardig sterven is één zaak, maar leven is fundamenteel. Toch ben ik blij dat ik mijn vader heb kunnen steunen in het hele proces. De ziekte die hij had, vereiste een operatie onder volledige narcose. Hij vreesde de gevolgen van de verdoving en wou bewust blijven van alle zaken die moesten worden beslist. Hij heeft de afronding van het moment in mijn handen gelegd.”
‘Iedereen vult het verhaal op een eigen manier’
Voor heel wat mensen blijft dat een moeilijke stap: de kortste weg naar het einde kiezen als het moment daar is. Begrijp je diegenen die de dood voor zich uit duwen?
Piet: “Ik snap dat mensen weerstand bieden tegen de dood. Iedereen vult dat verhaal op een eigen manier in. Het is ook niet omdat ik over die zaken relatief makkelijk en openhartig praat, dat het afscheid van mijn vader evident was. Dat was het absoluut niet, er volgden zelfs verwijten achteraf. De mensen die ons bijstonden in de laatste fase hebben een protocol gevolgd. Daartegenover stond de buitenwereld met een hoop bedenkingen. Had ik als kind wel genoeg gedaan voor mijn vader? Had er niet meer moeten gebeuren? Het zegt veel over hoe men tegen het einde aankijkt en precies daar had mijn vader zo’n schrik voor: het oordeel van anderen. Zelf kunnen beschikken over het leven vond hij superbelangrijk. Hij was dankbaar voor alles en heeft afscheid genomen met een gulle glimlach. Dat is mooi… en tegelijk wereldvreemd. Op het moment dat hij vertrok, was hij zo gelukkig als een kind op een kermisattractie. Dat gevoel stond haaks op wat wij, de achterblijvers, doormaakten.”
Je vader was muzikaal ook een belangrijke inspiratiebron. Door hem ben je opgegroeid met muziek. Vertellen jouw composities ook iets over jezelf, over de mens Piet Goddaer?
Piet: “Mijn songs zijn op de een of andere manier allemaal bladzijden uit een dagboek. Er zijn lichte dagen en zware dagen, je tekent een verhaal over de dingen waar je soms bij stilstaat. Zaken die je raken. Muziek is mijn taal om dat te verwoorden, veel meer dan om het even welke taal. Met klanken kan ik dingen uitdrukken die iedereen begrijpt, het is universeel.”
Je gaat er heel ver in en bent al een paar jaar bezig met immersive sound, muziekbeleving in 3D. Vind je het belangrijk om met die ‘next level’ aan de slag te gaan?
Piet: “Ik doe het louter omdat het kan. Noem het gerust een drive. Je kunt ze vergelijken met de drang die je voelt om een hand uit te steken wanneer iemand verdrinkt. Muziek is gewoon mijn taal en ze roept een waaier van emoties op. Iedereen heeft een soundtrack in het leven. Er is een openingsdans op elk trouwfeest, elk land heeft een hymne, er zijn geen ceremonies zonder muziek. Met immersive sound wil ik die beleving nog breder opentrekken en muziek op een natuurlijke manier bij mensen brengen. Je ervaart het geluid zoals je het in het echte leven om je heen hoort. Zo’n project beschouw ik niet eens als werken, of een streven naar erkenning. Het is gewoon fantastisch om te doen.”
De Googles en Amazons van deze wereld gaan met het concept aan de slag en dragen het mee uit. Raakt je dat?
Piet: “Ik ben vooral verwonderd over het feit dat niet méér mensen dit uitproberen. Kijk, voor mij draait musiceren en componeren om emoties vastleggen en delen. Het toffe aan deze kunst is – in tegenstelling tot pakweg schilderkunst – dat je creaties makkelijk kunt delen. Wie naar mijn songs luistert, heeft ze dichtbij en beschouwt die een beetje als ‘zijn’ muziek. Over Van Gogh kun je wel zeggen dat je grote fan bent van zijn werk, maar niet dat je zijn zonnebloemen bij je thuis hebt hangen. Dat gaat niet. Maar Ozark Henry kun je gewoon in huis halen. Het maakt van muziek een erg democratisch gegeven en dat is fijn.”
Harmonie, contrapunt en fuga’s
Jouw vader was zelf componist. Toetste je soms zaken met hem af? Was hij – spreekwoordelijk – een klankbord?
Piet: “In eerste instantie heeft hij me veel geleerd. Toen ik klein was, stuurde hij me naar de muziekschool. Ik was behoorlijk koppig, ging niet altijd en ben er uiteindelijk zelfs mee gestopt. Maar hij is me altijd blijven stimuleren in wat ik deed. In het conservatorium leerde ik op mijn zesde piano spelen en op mijn achtste saxofoon. Voor mijn zestiende verjaardag kreeg ik een elektrische gitaar, ik had dus voeling met heel wat instrumenten. Toen ik in de beginfase vooral muziek voor mezelf schreef, gaf mijn vader geregeld aan welke compositietechniek ik had gebruikt. Harmonie, contrapunt, fuga: hij kon het allemaal duiden en daar heb ik heel wat van opgestoken. Toch hebben we nooit samen gemusiceerd. Niet omdat hij mijn werk niet waardeerde – hij heeft vaak optredens bijgewoond – maar omdat hij vond dat elk bij z’n genre moest blijven.”
Was muzikant worden eigenlijk je kinderdroom?
Piet: “Helemaal niet… Aanvankelijk wou ik beeldhouwer worden, nu beeldhouw ik in zekere zin met muziek. Als ik geneeskunde had gestudeerd, zou ik waarschijnlijk de specialisatie psychiatrie gekozen hebben. Het evenwicht in het menselijke brein houdt me heel erg bezig en naar mijn gevoel gaat er nog steeds te weinig aandacht naar. Je merkt het aan hoe onbeholpen we vaak reageren als er zich iets in de geest van anderen manifesteert. Bij een lichamelijk mankement zijn dingen meetbaar en kunnen we vlot ingrijpen. Maar wat niet meetbaar is, geeft een ongemakkelijk gevoel. Ik vind dat frappant omdat psychische kwetsbaarheid altijd heeft bestaan. Het probleem benoemen is één zaak, er iets aan doen iets anders. Daar is nog werk aan de winkel.”
Het is een complexe opdracht in een wereld die zichzelf steeds vaker voorbij loopt. De hectiek van die wereld staat haaks op jouw werkomgeving, waar alles pure rust ademt. Ben jij van nature een rustige ziel?
Piet: “Ik ben iemand die altijd wat op zichzelf is geweest. Je amuseren in gezelschap is tof, maar ik heb tegelijk een ankerpunt nodig waar ik me kan terugtrekken om van daaruit naar de wereld te kijken. Ik hoef niet altijd overal deel van uit te maken. Op den duur merk je dat je, als je in het juiste evenwicht zit, je meer kunt betekenen voor een ander. En voor de mensen die je graag ziet, wil je gewoon alles betekenen.”
‘Mijn kinderen beïnvloeden mijn werk’
Waarmee we bij je gezin aanbelanden. Je hebt intussen twee tienerkinderen. Ouderschap is intensief, met een heel andere dynamiek dan musiceren en toeren. Hoe vlot schakel je tussen beide?
Piet: “Dat lukt aardig, en de kinderen beïnvloeden mijn werk ook. Ze zijn betrokken bij wat ik doe. Wanneer je vader wordt, sta je plots op een heel andere manier in het leven. Je kijkt anders naar de dingen waarvan je vroeger dacht dat je ze doorzag. Het doet me trouwens denken aan een anekdote over mijn moeder. Als kind gingen we eens op daguitstap naar Londen, er waren in die tijd nog talloze pubs waar vrouwen niet toegelaten werden. Ik was daar enorm verontwaardigd over en zwoer dat ik er zelf nooit meer een voet binnen zou zetten. Ik was gechoqueerd. Dat gevoel is gebleven. Maar als je zoveel jaar later een zoon en een dochter hebt, ben je je op heel andere manier bewust van onrecht. Na de verontwaardiging van weleer, moet je de daad bij het woord voegen en er echt iets aan doen. Wat heeft je verontwaardiging anders voor nut?”
Als VN-ambassadeur breng je mensenhandel onder de aandacht. Is dat een dossier dat je wakker houdt?
Piet: “Zeker, omdat we spreken over een sterke vorm van ongelijkheid. De gevolgen daarvan zijn immens. Ik wil ze zichtbaar helpen maken maar dat is niet altijd evident. Mensenhandel is een lucratieve business en als je je erover uitspreekt of anderen sensibiliseert, houdt dat gevaren in. Op sommige plaatsen in de wereld zijn mensen erg terughoudend om mee te werken aan dit verhaal. Je voelt geregeld dat je iets vraagt dat voor hen en hun naasten een risico inhoudt. Maar toch moet er iets gebeuren, want het is fout om te denken dat het verhaal ver van ons bed ligt. Mensenhandel kan iedereen ‘overkomen’ omdat ongelijkheid geworteld zit in ons leven. Ik ben bijvoorbeeld niet geworden wie ik ben door louter hard te werken. De omstandigheden zaten voor een stuk mee.
Maar de comfortzone van een topvoetballer die 4,7 miljoen euro per maand verdient, of van de politicus die een land aan flarden schiet om een stuk grond terug te winnen… die zorgt er helaas voor dat anderen ontnomen wordt wat ons hier dagelijks toekomt. Daardoor belanden heel veel mensen in een situatie die niet correct is, of worden ze à la limite als slaaf tewerkgesteld. Het is een complexe en wijd vertakte dynamiek. Daar vestig ik op mijn manier de aandacht op.”
Tussen mens en artiest: je bent intussen zelf een prille vijftiger. Halverwege het leven, of er misschien net voorbij. Wat doet die gedachte met je?
Piet: “Ach, ik was 40 toen mijn zoon geboren werd, da’s bijna een kloof van twee generaties hé. Net zoals mijn vader de oorlog nog had meegemaakt en daar in mijn kindertijd geregeld over vertelde. Op het eind van zijn leven vroeg hij me zelfs: zou je geen boerderijtje kopen? Dan kun je indien nodig zelf eten verbouwen en produceren. Anno 2022 zitten we letterlijk in die dynamiek en beseffen we hoe vreselijk afhankelijk we economisch zijn van anderen. Het moet anders. Mijn vader had dus gelijk, dat besef ik in deze levensfase meer dan ooit tevoren. Hij wist dat de geschiedenis zich herhaalt, hij had het al meegemaakt en kon zich erop voorbereiden. Dat is wijsheid die je verzamelt met de jaren.”
De schoonheid van talent
Denk je zelf na over wat er nog in het verschiet ligt? Is er een bucketlist die je wil afvinken?
Piet: “Als artiest wil ik mijn meesterwerk nog maken, wat dat ook mag inhouden. Het proces ernaartoe loopt. Ik heb vandaag meer maturiteit dan in het begin van mijn carrière en wil muziek schrijven die de rest van mijn oeuvre overtreft qua gevoel. Pas op, het is geen wedstrijd of zo. Ik wil met mijn bagage gewoon doen wat ik nog niet heb kunnen doen. Daarnaast vind ik het geweldig om te zien hoe mijn kinderen floreren en zal ik hen zo goed mogelijk bijstaan, welke weg ze ook kiezen in het leven. Het hoeft niet per se de muziek te zijn. De schoonheid van talent is dat je het ziet groeien en kunt waarderen. De samenleving focust op dat vlak nog te veel op commercieel belang en rendabiliteit. Daar moeten we vanaf.”
Je oeuvre zal je als mens voor een stuk onsterfelijk maken. Muziek overleeft ons allemaal.
Piet: “Dat houdt me niet echt bezig, want ik zal er na mijn dood toch niks meer van merken (lacht). Daarom heb ik trouwens vaak een dubbel gevoel bij een postuum eerbetoon. Ik krijg dan het gevoel dat mensen het vooral doen om zichzelf te troosten. Mijn vader had dat ook, op het moment dat hij de knoop had doorgehakt en wist dat hij zou sterven. Hij wilde in die laatste dagen voluit genieten, maar wou behalve ons niemand zien en we mochten het aan niemand zeggen. Hij had geen ambitie om anderen te troosten in hun verdriet. Het klinkt hard, maar ik snapte het wel. Hij was uiteindelijk stervende, aan het verhaal en de emoties van de achterblijvers had hij geen behoefte meer.”
Zou jij het net zo doen, als je laatste uur daar is?
Piet: “Misschien wel, maar ik zou tegelijk willen dat de wereld rekening houdt met het verdriet van degenen die ik achterlaat. Dat men hen wat ontziet. En dan is het misschien goed dat mijn laatste momenten wel gedeeld worden, het hangt er allemaal maar vanaf. Vrienden en naasten kunnen in elk geval naar mijn songs blijven luisteren of naar die nummers waarmee ze zich het meest verwant voelen. Als muziek ervoor zorgt dat ze na verloop van tijd de zon weer zien schijnen, dan is het goed.”
Tekst: Benedikte Van Eeghem
Foto’s © Filip Naudts