Inspiratie Geert Meyfroidt over literatuur als zalf voor de ziel

Geert Meyfroidt over literatuur als zalf voor de ziel

‘De kracht van boeken wordt al te vaak onderschat’

‘Lezen maakt je beter’

‘Van zodra ik kón lezen, ben ik nooit zonder een boek geweest. Of boeken, want het gebeurt wel vaker dat ik er twee tegelijk lees. Boeken verruimen je horizon. Je stapt binnen in heel veel levens en gaat mee in verhalen die je op een heel andere manier meeslepen dan films of series. Die laten weinig aan je verbeelding over, terwijl je geschreven teksten nog zélf voor een stuk moet creëren in je hoofd. Dat laatste maakt het allemaal actiever, intenser ook. Lezen geeft mij vooral rust. ‘s Avonds nog even in een boek duiken is een vast ritueel dat mijn hersenen hard nodig hebben. Sla ik eens over, dan moet ik na een half uur gegarandeerd weer mijn nachtlampje aanknippen om toch nog een hoofdstuk te lezen.’
‘Dat lezen goed is voor ons welzijn, lijkt me evident. Het helpt om je leven breder te maken, te verrijken. Soms is het de plot of een personage dat je betovert, soms het ritme van woorden en zinnen. Genezen in de strikte zin van het woord doet lezen natuurlijk niet. Er bestaan geen boeken die wij artsen kunnen ‘voorschrijven’ om patiënten van kwaal x of ziekte y te verlossen. Zo werkt het niet, literatuur is geen exacte wetenschap. Je kunt er niet mee ‘mikken’ om een bepaald doel te bereiken, zoals met medicijnen. Het is net, vaak onverwacht, iets vinden waar je net niét naar op zoek was. En zijn dat niet dikwijls de mooiste vondsten?’

‘Afgezien van het fysieke aspect, is beter worden natuurlijk ook een kwestie van het terugvinden van een bepaalde blik op het leven, over het herontdekken van zin. In die zin kunnen boeken natuurlijk wel helend werken. Vast staat dat je met lezen je brein een enorm plezier doet. Wie veel beweegt, is fysiek fitter en daardoor resistenter tegen ziekten. Met lezen is dat net zo: het maakt je geest fitter, flexibeler. Komen er dan hindernissen op je pad, dan is de kans op een goede uitkomst groter. Wàt je leest, maakt weinig uit denk ik. Zolang je er maar plezier aan beleeft of er voor jezelf iets waardevols uithaalt, een bepaald inzicht dat je vooruit helpt. Dat waardevolle kan je evengoed vinden in pakweg ‘Ulysses’ van James Joyce, als in een goed geschreven detective met sterke personages.’

‘Hoe meer je leest, hoe meer je leert luisteren’

‘In geneeskunde is taal extreem belangrijk. De manier waarop je als arts met patiënten of familieleden praat, de woorden die je gebruikt en de empathie die je daarbij toont, blijven lang hangen. Je moet ook kunnen peilen naar de persoon die voor je zit, goed kunnen interpreteren wat gezegd wordt, eventueel verborgen signalen kunnen oppikken. Je afvragen: is de oplossing die ik te bieden heb wel de beste voor hem of haar? Dat peilen lukt niet alleen met de techniciteit van je vak. Dat vraagt andere vaardigheden. Luisteren, goed kunnen omgaan met taal en woorden, weten welke taal je het best hanteert tegenover die bepaalde patiënt of zijn naasten. Veel lezen zorgt ervoor dat je daar subtieler en beter in wordt. Meer empathisch ook. Door de inkijk in fictieve levens leer je je inbeelden wat het is om iemand anders te zijn. Dat leidt automatisch tot een andere manier van omgaan met je patiënten. Een manier waarmee je veel meer bereikt, een betere vertrouwensrelatie opbouwt. Talige intelligentie is een onmisbare skill voor artsen. Ik zou het fantastisch vinden mocht er in in de opleiding geneeskunde een vak ‘literatuur’ komen, al was het maar als keuzevak.’

‘Zelfhulpboeken kunnen geestelijke gezondheidszorg niet vervangen’

‘Zelfhulpboeken staan vandaag bovenaan de bestsellerlijsten. Het mag niet verwonderen dat ze zo goed verkopen. We leven in een complexe maatschappij die heel veel vraagt van mensen en waar werken en presteren het hoogste goed is. Op vele domeinen worden we geacht top te zijn, en wanneer we rond ons kijken, lijkt ook iedereen top. Voelen we onszelf wat minder, dan denken we al snel dat er iets mis is. Naar een therapeut stappen lijkt dan té drastisch. Dus grijpen we naar een boek met vlugge tips en tricks. Helpen die? Soms een beetje, misschien. Maar de reguliere geestelijke gezondheidszorg blijft natuurlijk onmisbaar. Zeker nu de coronapandemie ons allemaal toch wat kwetsbaarder dan vroeger heeft achtergelaten.’

‘In het hersteltraject van IC-patiënten kan voorlezen waardevol zijn’

‘Mijn IC-patiënten zijn natuurlijk niet het soort patiënten die tijdens hun opname boeken kunnen of willen lezen. Praten kan niet omdat ze kunstmatig beademd worden. Ze zijn ook vaak te zwak om te bewegen en hebben gedurende sommige periodes verdoving nodig. Tijdens die cruciale dagen ligt voor ons artsen de grote uitdaging op medisch-technisch vlak. Maar lieten we vroeger IC-patiënten lang en diep in slaap, dan is dat vandaag anders. Van zodra het kan, maken we hen wakker en laten we hen bewegen. Want de spieren oefenen is belangrijk voor hun herstel. Dat herstel verloopt meestal moeizaam. Een zware kritieke ziekte is nu eenmaal een van de meest ingrijpende dingen die je als mens kunt meemaken. Zo’n dertig jaar geleden had je dat niet overleefd. Dankzij de medische vooruitgang ben je er vandaag wél nog. Weliswaar op een andere manier. Niet alleen je lichaam is verwoest geweest en moet herstellen. Ook je geest kreeg het zwaar te verduren. IC is voor veel patiënten een donkere, zelfs vijandige periode. Een periode die vaak gepaard gaat met wanen en hallucinaties. Wie daaruit wakker wordt, snakt naar schoonheid, naar de wereld van buiten die terug binnen wordt gebracht. In dat hersteltraject kan literatuur zinvol zijn, als een middel om langzaam weer levenskwaliteit op te bouwen. Voorlezen kan patiënten helpen om weer perspectief te vinden. Om de bedrading die stil heeft gelegen of nog altijd stil ligt, te herbedraden. Voorlezen is ook niet alleen een kwestie van literatuur. Het schept altijd een bijzondere band tussen wie voorleest en wie luistert. Dat kan heel mooi zijn.’

‘‘Sterfelijk zijn’ van Atuk Gawande is een must-read voor iedereen in de zorg’
‘In mijn lessen aan de KU Leuven gebruik ik graag boeken als leerstof. ‘Buiten blijft het zondag’ van Rita Vrancken bijvoorbeeld, destijds een van mijn patiënten. Rita raakte in 2013 van kop tot teen verlamd, verbleef drie maanden op intensieve zorgen, en schreef daar na een zware revalidatie dit ontluisterende boek over. De hele tijd was ze volledig locked-in. Communiceren lukte niet meer, maar ze maakte wel alles rondom haar bewust mee. Ze zag verpleging die met haar inzat, met haar bleef praten, op elk moment het respect bewaarde. Precies dat inlevingsvermogen is zo belangrijk voor zorgverleners. ‘Buiten blijft het zondag’ geeft inzicht in dat aspect, op een veel krachtiger manier dan reguliere studieboeken.’

Geert Meyfroidt over literatuur als zalf voor de ziel

‘Ook het boek ‘Sterfelijk zijn’ van de Amerikaanse chirurg Atuk Gawande vind ik verplichte kost voor iedereen in de zorg. En voor ons allemaal eigenlijk, want vroeg of laat worden we allemaal patiënt. Aan de hand van een aantal cases in de ouderenzorg en in de oncologie beschrijft Gawande het gebrek aan cultuur om te spreken over de dood. Dat terwijl aan vroegtijdige zorgplanning niets negatief is, het hoort bij goed medisch handelen. Gawandes cruciale vraag luidt: moeten we de duur, de kwantiteit van het leven koste wat het kost rekken, ook al is er van ‘leven’ nog amper sprake? Patiënten de zoveelste chemo aanbieden, ook al toont niets aan dat die ook maar enig effect zal hebben? Of moeten we streven naar een leven met een maximale kwaliteit, zelfs al zou het dan iets korter zijn? Medische behandelingen zijn veel te veel gericht op langer leven en veiligheid, in plaats van op levenskwaliteit en zelfbeschikking. ‘Het einde van het leven is geen falen’, schrijft Gawande. ‘Mensen sterven maar één keer, laten we dat dan zo goed mogelijk doen’.’

De favoriete boeken van Geert Meyfroidt

‘Boeken kunnen mij op tal van manieren raken. Natuurlijk hou ik van verhalen met personages op wie ik een beetje verliefd kan worden. Maar ik kan al even hard genieten van een goed geschreven roman over iemand met wie ik totaal geen affiniteit heb. Boeken als ‘De maagd Marino’ van Yves Petry of ‘Mijn lieve gunsteling’ van Marieke Lucas Rijneveld zijn bijzonder krachtig, omdat ze je mee naar binnen nemen in iemands verwrongen geest. Hoe die werkt, wat er in zo’n mensen omgaat, dat vind ik superboeiend. In het beste geval sleept ook de plot van een boek je mee. Maar ik ben veel meer geïnteresseerd in hoe personages in elkaar zitten dan in waar ze zich bevinden of welke avonturen ze daar beleven. Verhalen die me echt menselijk inzicht geven, zijn mijn lievelingsboeken. Hanya Yanagihara vind ik prachtig, net als John Irving en Graham Greene.’

Uitvaartzorg Servaty bestaat 42 jaar.